Zaanstreek-Waterland

Interview met Han Tuinman

Interview met Han Tuinman

 

In het kader van ons 125-jarig bestaan, leek het ons leuk een interview te houden met een van de leden te die het langst lid is. Han Tuinman is inmiddels ruim 60 jaar lid van onze vereniging. Hij is ook bestuurslid van de afdeling geweest.

 

Han vult direct aan dat de afdeling Zaanstreek-Waterland ook nog eens een van de eerste afdelingen van de KMTP werd: de Koninklijke Maatschappij tot bevordering van Tuinbouw en Plantkunde. “Omdat de KMTP het avondonderwijs verzorgde, werd je als leerling vrijwel automatisch lid. Je ging 2 of 3 keer per week naar school en overdag was je aan het werk. Het was een prima opleiding waar je gedegen les kreeg. Je moest bijvoorbeeld de Latijnse namen van alle planten leren. Nog steeds maak ik regelmatig gebruik van oude plantenboeken als naslagwerk. Het zou trouwens wel goed zijn als in Groei en Bloei de juiste klemtoon van de plantennamen werd aangegeven. Veel namen worden nu verkeerd uitgesproken.”

 

In de loop van de jaren is er veel veranderd: “In het begin bestond de vereniging vooral uit vakmensen en een enkele enthousiaste hobbyist. De vakmensen zijn geleidelijk uit de vereniging vertrokken. Maar er is een veel grotere groep enthousiaste tuinliefhebbers voor in de plaats gekomen.“

 

“Eigenlijk wilde ik als kind boswachter worden, maar misschien zit het in mijn achternaam dat ik toch de tuinbouwkant op ben gegaan. Wie weet oefenden mijn voorouders ook dit beroep uit. Later – na de militaire dienst – heb ik de opleiding vervolgd voor tuinontwerpen. In de praktijk ben ik doorgegroeid van 2e en 1e knecht naar hovenier. Mijn droom was ooit een eigen tuincentrum te beginnen. Achter of bij mijn huis. Dat is er nooit van gekomen. En dat is ook niet erg.“

 

Vele jaren heeft Han als hovenier mensen met raad en daad terzijde gestaan: “Soms rijd ik door de Zaanstreek en zie ik een ergens een boom en dan denk ik “die heb ik nog geplant”. Ik probeer altijd de mogelijkheden van de bodem en de omgeving te benutten. Je kunt niet alle planten op alle plekken laten groeien. Je ziet mensen soms aankopen doen, die echt zonde zijn van het geld. Ik geef dan ook nog steeds graag advies over planten.”

 

Eind 2002 is hij, nadat hij officieel is gestopt als hovenier, zijn eigen tuin achter en naast het huis echt gaan aanleggen. In die tuin heeft hij vooral planten die vlinders en insecten aantrekken. “Ik doe nog wel vrijwilligerswerk. Zo werk ik ook mee aan een onderzoek vanuit Wageningen dat kijkt hoe snel insecten zich ergens nestelen. Door het hele land zijn zogenaamde ‘Tiny Forests’. We leggen tapijttegels neer en tellen dan hoeveel insecten daaronder leven. We zien dan onder verschillende omstandigheden hoe geschikt een plek is. Ook werk ik als vrijwilliger voor Staatsbosbeheer en onderhoud daar o.a. een boomgaard.”

 

Stekken van die planten is een grote hobby; inmiddels is hij een echte stekjesspecialist. Tijdens de rondgang door de tuin zien we al vele potjes met stekken staan. “Elke ochtend ben ik in de tuin. Ik vind dat zo lekker om ’s morgens naar buiten te stappen en de buitenlucht in te ademen.” En zijn vrouw? Zij is druk bezig in het tuinhuis om een quilt in elkaar te zetten.